zich uit de voeten maken
|
fortmachen
|
|
zich uit de voeten maken
|
davonmachen
|
|
zich uit de voeten maken
(v)
(zijn biezen pakken)
|
Lager abbrechen
(v)
(zijn biezen pakken)
|
|
zich uit de voeten maken
(v)
(vluchten)
|
huschen
(v)
(vluchten)
|
|
zich uit de voeten maken
(v)
(m smeren)
|
sich fortmachen
(v)
(m smeren)
|
|
zich uit de voeten maken
(v)
(m smeren)
|
sich aus dem Staube machen
(v)
(m smeren)
|
|
zich uit de voeten maken
(v)
(zijn biezen pakken)
|
sich davonmachen
(v)
(zijn biezen pakken)
|
|
zich uit de voeten maken
(v)
(m smeren)
|
sich davonmachen
(v)
(m smeren)
|
|
zich uit de voeten maken
(v)
(m smeren)
|
sich auf und davon machen
(v)
(m smeren)
|
|
zich uit de voeten maken
(v)
(zijn biezen pakken)
|
sich aus dem Staube machen
(v)
(zijn biezen pakken)
|
Vertalen Zich Uit De Voeten Maken in andere talen
